De Sprong Van Jan Van Assegracht. In zes gedichten op rijm. I ZALIG ZIJN VANNACHT UW TAKKENBOSSEN. Zalig zijn vannacht uw takkenbossen. De andere aanroept om troost te vinden. In het donker, komt gij mij verlossen. Zolang die moerbeitoppen zo ruisen,. Uw vleuglen door de regen roeren. Van alles wat ik doe komt spijt,. Maar morgen ben ik alles kwijt. Deze nacht herkauwt mijn zingende hart. II DIEPE, DIEPE SCHELDE, DE DRACHTEN. In uw zwarte, doofstomme horizontaal.

Door kromme distels en doornsliepen wijgeketend do. Door kromme distels en doornsliepen wijgeketend do. Door kromme distels en doornsliepen wijgeketend do. zolang we niet gedoopt zouden kunnen worden, zonder kleren aan tentoongesteld.

DE DAG DAT KOLONEL OLCOTT EXPLODEERDE. DE DAG DAT KOLONEL OLCOTT EXPLODEERDE. 1 de brief had egypte verlaten. Tien dagen voor de dag waarop hy ontvangen werd. En nu we in de buurt waren gekomen. Van de zone der geesten, de onderwereld,. Nu vond ik dat ze daar masten hadden moeten zetten,. Wat een prachtig effekt zouden die hebben gegeven! In lettertekens die zouden hebben bestaan. Zonder tegenstanders uit de weg te hebben geruimd. Wat kolonel olcott betrof,.

Het gedicht jongen en andere gedichten. Ik heb altijd geloofd dat er iemand. Op een dag als deze. Daar stond ik voor op de uitkijk want. Dat heeft niemand mij ooit. Uit mijn hoofd kunnen zetten. En nu is het ogenblik. De sterren rijzen, de klokken rijzen. Omdat wij mekaar hebben mogen vinden. En nu gij mij in uw armen neemt. Om mij te verdedigen voorgoed,. Aan het strelen gaat, uw handen in de mijne,.